"Aartsbisschop Oscar Romero wordt een zeer geliefde heilige"

De prelaat van het Opus Dei gaf een korte verklaring over de aanstaande zaligverklaring van aartsbisschop Oscar Romero. Paus Franciscus heeft hem erkend als martelaar.

De Heilige Vader heeft een decreet van de Congregatie voor Heiligverklaringen over het martelaarschap van de Dienaar Gods Oscar Arnulfo Romero y Galdarnez (El Salvador: 1917-1980) goedgekeurd. Aartsbisschop Romero werd op 24 maart 1980, terwijl hij de Heilige Mis vierde, omwille van zijn geloof uit haat vermoord.

Toen bisschop Javier Echevarria het nieuws van de aanstaande zaligverklaring vernam, zei hij: "De martelaren zijn een aanmoediging voor alle mannen en vrouwen, gelovigen en niet-gelovigen, zij zijn een lichtend voorbeeld voor hen die hun hoop op God stellen. Ik ben er zeker van dat aartsbisschop Oscar Romero een zeer geliefde heilige zal worden."

"Ik ontmoette aartsbisschop Romero in Rome," aldus de prelaat van het Opus Dei, "tijdens een van zijn bezoeken aan de heilige Jozefmaria in 1974. Hij was een vrome man, onthecht aan zijn persoonlijke interesses en toegewijd aan zijn mensen. Zijn strijd voor heiligheid was tastbaar. Aartsbisschop Romero was een van de eerste bisschoppen die, na de dood van de heilige Jozefmaria in 1975, paus Paulus VI schreef en vroeg om de opening van zijn proces van heiligverklaring. Ik ben er zeker van dat hij nu, vanuit de hemel, voortgaat om met zijn goede vriend de heilige Jozefmaria, voorspreker te zijn voor dit deel van Gods volk die Opus Dei is."

De heilige Jozefmaria en aartsbisschop Romero kenden elkaar sinds 1955. De aartsbisschop van San Salvador had een grote bewondering voor de geest van het Opus Dei en had veelvuldig contact met het apostolaatswerk van de gelovigen van de prelatuur in El Salvador. In 1974 kwam hij naar Rome en had er diverse gesprekken met de heilige Jozefmaria. Zoals Antonio Rodriguez Pedrezuela pr. schrijft in zijn boek 'Un mar sin orillas' ('Een oeverloze zee'), was de stichter van het Opus Dei ermee begaan dat de aartsbisschop van de gelegenheid gebruik maakte om gedurende zijn verblijf in Rome te rusten, omdat hij zich realiseerde dat terug in El Salvador hij weer te maken zou krijgen met de gespannen situatie.

De genegenheid was wederzijds. Toen de stichter van het Opus Dei stierf, sprak aartsbisschop Romero in zijn postume brief zich uit dankbaarheid uit voor heiligverklaring van de stichter, omdat hij "van hem de bemoediging en kracht heeft gekregen om trouw te blijven aan de onveranderlijke leer van Christus en om de Heilige Rooms-katholieke Kerk met een apostolische ijver te blijven dienen."

In dezelfde brief schreef hij: "Het leven van Mgr. Escriva werd gekenmerkt door een voortdurende dialoog met God en een diepe nederigheid. Men kon zien dat hij een man van God was en dat hij met een grote fijngevoeligheid, genegenheid en opgewektheid met de mensen omging." Een brief gericht aan de zalige Álvaro del Portillo, enkele maanden na de dood van de stichter, laat zien dat zijn genegenheid en bewondering voor de heilige Jozefmaria alleen maar was gegroeid.

Hij was ook zeer goed bevriend met aartsbisschop Fernando Saenz, toen regionaal vicaris van het Opus Dei in El Salvador en later zijn opvolger als aartsbisschop van San Salvador. Op de dag waarop hij vermoord werd, was aartsbisschop Romero in de ochtend samen met Fernando Saenz aanwezig bij een bezinning voor priesters georganiseerd door het Opus Dei. Nadien begeleidde Fernando Saenz de aartsbisschop naar de kerk waar hij de Mis zou vieren. Saenz herinnert zich: "Zij vermoordden hem tijdens de consecratie van het brood en de wijn. Het was als een buitengewoon extern teken voor het geven van zijn leven voor zijn mensen, voor de armen, voor rechtvaardigheid, voor vrede."