Apostolische exhortatie Amoris Laetitia

Samenvatting van de pauselijke exhortatie Amoris Laetitia. De prelaat van het Opus Dei heeft gevraagd "te leren om de gezinnen beter en meer nabij te vergezellen."

Ter gelegenheid van de publicatie van dit document heeft de prelaat van het Opus Dei, bisschop Javier Echevarría, de "gelovigen en vrienden van de prelatuur" gevraagd "deze dagen veel te bidden voor paus Franciscus en zijn intenties, zodat wij allen leren, met hulp van de Heilige Geest, om de gezinnen beter en van meer nabij te vergezellen."

Hieronder volgt de door het Vaticaan vrijgeven samenvatting van de apostolische exhortatie Amoris Laetitia van paus Franciscus,
waarin hij reflecteert op de uitkomsten van de gezinssynodes van 2014 en 2015. De exhortatie omvat negen hoofdstukken.

Hoofdstuk 1: In het Licht van het Woord

Aan de hand van psalm 128 reflecteert de paus over het gezin. "De Bijbel," schrijft hij, “is bevolkt met gezinnen, met generaties, ze is vol van verhalen van liefde als ook van familiecrises” (AL 8).

Het gezin kan gezien worden als een 'opgave' (AL 16), die vanaf het begin met de zonde geconfronteerd is, toen de liefdesband er een werd van dominantie.

“In dit korte overzicht,” schrijft Franciscus, “kunnen wij vaststellen dat het Woord van God zich niet toont als een conclusie uit abstracte theses, maar als een reisgezel, ook voor de gezinnen die zich in een crisis of te midden van enig lijden bevinden. Het toont hun het doel van de weg” (AL 22).

Hoofdstuk 2: De werkelijkheid en de uitdagingen van het gezin

De paus beschrijft de talrijke uitdagingen waarmee het gezin wordt geconfronteerd, zoals migratie, genderideologie, cultuur van het voorlopige, een tegen kinderen en geboorte gerichte mentaliteit, biotechnologische ontwikkelingen op het vlak van vruchtbaarheid, gebrek aan woningen en arbeidsplaatsen, pornografie, kindermisbruik, aandacht voor mensen met een handicap, respect voor ouderen, juridische afbraak van het gezin en geweld tegen vrouwen.

'Concreetheid' is volgens de Vaticaanse samenvatting een centraal begrip in de exhortatie.

Realisme helpt om “een al te abstract theologisch ideaal van het huwelijk (...), dat bijna kunstmatig geconstrueerd is en ver verwijderd van de concrete situatie en de daadwerkelijke mogelijkheden van echte gezinnen,” te vermijden (AL 36).

Gezinnen worden niet in enkel stand gehouden door “doctrinaire, bio-ethische en morele vragen,” te benadrukken “zonder ertoe aan te sporen zich voor de genade te openen” (AL 37).

De paus nodigt uit de vraag te overwegen of het gezin en het huwelijk wel correct zijn weergegeven en hij heeft het over de gewetens van de gelovigen: “We zijn ertoe geroepen de gewetens te vormen, niet er aanspraak op te maken ze te vervangen” (AL 37).

Hoofdstuk 3: Naar Jezus kijken – de roeping van het gezin

Vervolgens gaat de paus in op enkele elementen uit de kerkelijke leer over huwelijk en gezin; met name over de onontbindbaarheid en de sacramentaliteit van het huwelijk, het doorgeven van het leven en de opvoeding. Daarbij haalt paus Franciscus Gaudium et Spes (Vaticanum II), Humanae Vitae (Z. Paulus VI) en Familiaris Consortio (H. Johannes Paulus II) aan.

Ook spreekt hij over “onvolkomen situaties” en “gewonde gezinnen”. Over die laatste zegt hij dat “er altijd een algemeen principe in herinnering geroepen moet worden: ‘De herders mogen ter harte nemen dat zij omwille van de liefde tot de waarheid verplicht zijn de verschillende situaties goed te onderscheiden’ (Familiaris Consortio 84). De graad van verantwoordelijkheid is niet in alle gevallen gelijk, en er kunnen factoren zijn die de besluitvaardigheid begrenzen. Daarom zijn, terwijl de leer helder tot uitdrukking wordt gebracht, oordelen te vermijden die geen rekening houden met de complexiteit van de verschillende situaties” (AL 79).

Hoofdstuk 4: De liefde in het huwelijk

Paus Franciscus reflecteert op St.-Paulus’ lofzang op de liefde (1 Kor. 13,4 - 7). Ook hier wordt idealisme tegengegaan: “Men moet twee mensen, beperkt als ze zijn, niet de enorme last opleggen de vereniging tussen Christus en zijn Kerk geheel na te bootsen, want het huwelijk als teken is een ‘dynamisch proces van trede tot trede beantwoordend aan de voortschrijdende inname van Gods gaven’ ” (AL 122).

Tegelijkertijd wijst de paus er duidelijk op dat “in het wezen van de huwelijksliefde zelf de opening naar het absolute voorhanden is”. (AL 123)

Ook gaat Franciscus in op de huidige langere levensduur van mensen, die het nodig maakt de “vertrouwde relatie en het wederzijds toebehoren” meer dan “vier, vijf of zes decennia” te bewaren en de “noodzaak, elkaar steeds weer opnieuw te kiezen” (AL 163).

“We kunnen elkaar niet beloven ons hele leven dezelfde gevoelens te hebben. In plaats daarvan kunnen we echter zeer wel een vast gezamenlijk voornemen delen, ons verplichten van elkaar te houden en verenigd te leven tot de dood ons scheidt, en steeds in rijke vertrouwdheid leven” (AL 163).

Hoofdstuk 5: De liefde, die vruchtbaar wordt

Dit hoofdstuk behandelt de levengevende dimensie, de aanname van nieuw leven, de verwachtingen tijdens de zwangerschap en de vader- en moederliefde. Ook schrijft paus Franciscus over adoptie, de bijdrage van gezinnen aan een “cultuur van ontmoeting” en het bredere gezin, dat onder meer ook ooms, tantes en grootouders omvat.

In paragraaf 186 beschrijft de paus hoe het huwelijkssacrament ten diepste ook een sociaal karakter heeft. De band tussen broers en zussen is een leertijd om te groeien in de relaties tot anderen.

Hoofdstuk 6: Enige pastorale perspectieven

De paus geeft enkele wegen aan die kunnen helpen stabiele en vruchtbare gezinnen te vormen. Gezinnen zijn objecten én subjecten van verkondiging. Hij ziet “dat het gewijde ambtsdragers gewoonlijk aan een passende opleiding ontbreekt om met de veelzijdige actuele problemen van het gezin om te gaan” (AL 202).

Hij pleit voor een betere psycho-affectieve opleiding van priesterkandidaten en voor het betrekken van gezinnen bij de priesteropleiding. Ook kan “de lange oosterse traditie van de gehuwde priesters nuttig zijn” (AL 202).

De paus behandelt de huwelijksvoorbereiding en begeleiding van pas gehuwde stellen (waaronder het thema van verantwoord ouderschap). Ook schrijft hij over moeilijke situaties en crises, en merkt op dat iedere crisis “een leertijd betekent, die het mogelijk maakt de intensiteit van het met elkaar gedeelde leven te verdiepen of minstens een nieuwe zin in de huwelijkservaring te vinden” (AL 232).

De paus gaat ook in op de begeleiding van mensen die verlaten zijn, die los van elkaar leven of die gescheiden zijn. Hij benadrukt het lijden van kinderen in conflictsituaties binnen een huwelijk.

“De scheiding is een kwaad en het groeiend aantal scheidingen is verontrustend. Onze belangrijkste pastorale opdracht met betrekking tot de gezinnen bestaat er zonder twijfel uit de liefde te versterken en bij te dragen aan de genezing van de wonden, zodat wij het doordringen van dit drama van onze tijd kunnen voorkomen” (AL 246).

Verder komen aan bod: gemengde huwelijken, gezinnen met homoseksuele leden en hoe om te gaan met het verlies van een geliefde.

Hoofdstuk 7: De opvoeding van kinderen versterken

Ethische opvoeding, straffen, geduldig realisme, seksuele opvoeding, het doorgeven van het geloof en het gezinsleven in relatie tot de opvoeding. Naast praktische aanwijzingen pleit de paus voor kleine stappen “die begrepen, geaccepteerd en gewaardeerd kunnen worden” (AL 271).

Ouders krijgen de raad niet overdreven bezorgd te zijn. Een vader die te veel wil controleren voedt niet op; “hij zal hem niet sterken en hem er niet op voorbereiden uitdagingen het hoofd te bieden”. Veeleer moet een vader “met veel liefde” het “proces van de rijping van zijn vrijheid, van de bekwaamheid, van het totale groeiproces en de zorg van de echte zelfstandigheid” aanwakkeren.

Seksuele opvoeding is een noodzaak en de paus vraagt zich af “of onze opvoedingsinstellingen deze uitdaging aangenomen hebben” (AL 280). Hij waarschuwt voor het begrip “veilige seks”, dat “een negatieve houding overbrengt ten opzichte van het natuurlijke voortplantingsdoel van de geslachtelijkheid alsof een eventueel kind een vijand is waartegen men zich moet beschermen. Dit bevorder narcistische agressie in plaats van acceptatie” (AL 283).

Hoofdstuk 8: De broosheid begeleiden, onderscheiden en insluiten

Het “begeleiden, onderscheiden en insluiten” van zogeheten 'irreguliere' situaties, komen niet volledig met het gebod van de Heer overeen. Paus Franciscus benadrukt het belang van gradualiteit, van onderscheiding in het pastoraat en formuleert een “logica van de pastorale barmhartigheid”.

De uitspraak “dat de opdracht van de Kerk vaak op die van een veldlazaret lijkt” is een sleutel voor dit hoofdstuk (AL 291). De paus bekrachtigt wat een christelijk huwelijk is en schrijft: “Andere vormen van vereniging weerspreken dit ideaal totaal, terwijl sommige het ten minste deels en analoog verwerkelijken. De synodevaders hebben benadrukt dat de Kerk niet nalaat de constituerende elementen in die situaties te waarderen, die nog niet of niet meer in overeenstemming zijn met haar leer over het huwelijk” (AL 292).

Over de 'onderscheiding' in 'irreguliere' situaties schrijft hij dat oordelen “die geen rekening houden met de verschillende situaties” vermeden moeten worden, en dat het erom gaat “allen in te sluiten; men moet ieder individu helpen zijn eigen weg te vinden, deel te hebben aan de kerkelijke gemeenschap, opdat het zich als een ontvanger van een ‘onverdiende, onvoorwaardelijke en vrij van tegensprestaties zijnde' barmhartigheid ervaart” (AL 297).

“De gescheidenen in een nieuwe verbintenis, bijvoorbeeld, kunnen zich in zeer verschillende situaties bevinden die niet gecatalogiseerd of in al te starre uitspraken ingesloten mogen worden, zonder ruimte te geven aan een gepaste persoonlijke en pastorale onderscheiding” (AL 298).

...van de synode of van dit schrijven mocht men geen nieuwe,
in alle gevallen te gebruiken algemene wettelijke regeling
van canonische aard verwachten
.

Hertrouwd gescheiden katholieken moeten, citeert de paus het slotdocument van de synode van 2015, “op de verschillende mogelijke manieren sterker in de gemeenschap worden geïntegreerd, waarbij het te vermijden is enige aanstoot te geven. (…) Hun deelname kan in verschillende kerkelijke diensten tot uitdrukkingen komen. (…) Ze moeten zich niet alleen niet geëxcommuniceerd voelen, maar kunnen als levende leden van de Kerk leven en rijpen. (…) Deze integratie is ook nodig voor de zorg en de christelijke opvoeding van hun kinderen, die als het belangrijkste te beschouwen zijn” (AL 299).

Met het oog op de “talloze onderscheidingen van de concrete situaties,” schrijft de paus, “kan men begrijpen dat men van de synode of van dit schrijven geen nieuwe, in alle gevallen te gebruiken algemene wettelijke regeling van canonische aard mocht verwachten. Het is slechts mogelijk een nieuwe bemoediging uit te drukken tot een verantwoordelijke persoonlijke en pastorale onderscheiding van de (…) specifieke gevallen. En aangezien ‘de graad van verantwoordelijkheid (…) niet in alle gevallen gelijk [is]’, moet deze onderscheiding erkennen dat de consequenties of uitwerkingen van een norm niet noodzakelijk altijd dezelfde moeten zijn” (AL 300).

Thomas van Aquino aanhalend, die zich met de verhouding tussen norm en onderscheiding bezig hield, schrijft Franciscus: “Het is waar dat de algemene normen een goed beschrijven dat men nooit buiten beschouwing laten of verwaarlozen mag, maar in hun formuleringen kunnen zij onmogelijk alle bijzondere situaties omvatten. Tegelijk moet gezegd worden, dat precies om deze reden dat, wat deel van een praktische onderscheiding in het licht van een bijzondere situatie is, niet tot de rang van een norm verheven kan worden” (AL 304).

“Buitengewone situaties begrijpen betekent nooit, het licht van het volkomener ideaal verduisteren en ook niet, minder aan te bevelen dan dat, wat Jezus de mensen aanbiedt. Belangrijker dan een zielzorg van de mislukten is vandaag de pastorale inzet om huwelijken te vestigen en zo de breuken te voorkomen” (AL 307).

Over de “logica van de barmhartige pastoraal” merkt hij op: “Soms valt het ons zwaar de onvoorwaardelijke liefde in de zielzorg ruimte te geven. We stellen zoveel eisen aan de barmhartigheid, dat we haar als het ware uithollen en haar haar concrete zin en haar reële betekenis afnemen, en dat is de slechtste manier om het Evangelie vloeibaar te maken” (AL 311).

wat ... een bijzondere situatie is,
kan niet tot de rang van een norm verheven worden.

Paus Franciscus nodigt de katholieken “die in complexe situaties leven” uit om “vol vertrouwen richting een gesprek met hun herders of met andere leken te gaan, die hun leven aan de Heer gegeven hebben. Niet altijd zullen ze bij hen de bevestiging van hun eigen voorstellingen en wensen vinden, maar zeker zullen ze een licht ontvangen dat het hun mogelijk maakt hun situatie beter te begrijpen, en ze zullen een weg van persoonlijke rijping ontdekken” (AL 312).

De herders nodigt Franciscus uit om “liefdevol en gelaten te luisteren, met de oprechte wens midden in het drama van de mensen binnen te treden en hun gezichtspunt te begrijpen, om hen te helpen beter te leven en hun eigen plaats in de Kerk te erkennen” (AL 312).

Hoofdstuk 9: Spiritualiteit in huwelijk en gezin

De spiritualiteit in huwelijk en gezin bestaat “uit duizenden reële en concrete gestes” (AL 315). Wie naar spiritualiteit verlangt moet niet denken dat het gezinsleven hem daarvan weghoudt: het is veeleer “een weg die de Heer gebruikt om hem naar de top van de mystieke vereniging te voeren” (AL 316). Alles, “de momenten van vreugde, van ontspanning of van feest en ook de seksualiteit [worden] als een deelname aan de volheid van het leven in zijn opstanding beleefd” (AS 317).

Het gaat uiteindelijk om een “spiritualiteit van de zorg, van de troost en van het aanmoedigen. (...) Het hele leven van het gezin is een barmhartig ‘weiden en hoeden’. Behoedzaam”, zo schrijft de paus, drukt een ieder zich “in het leven van de ander” uit (AL 322). “Het is een diepe geestelijke ervaring iedere geliefde mens met Gods ogen te beschouwen en in Hem Christus te erkennen” (AL 323).

Tot slot benadrukt Franciscus dat geen enkel gezin “een hemelse werkelijkheid” is. Het gezin verlangt “een voortschrijdende rijping van zijn vermogen lief te hebben. (...) Wij zijn allen opgeroepen het streven naar iets dat boven onszelf en onze grenzen uitgaat levend te houden en ieder gezin moet in deze voortdurende aansporing leven. Laat ons vooruit gaan als gezinnen, blijven we onderweg! (...) Raken we niet vertwijfeld over onze grenzen, maar doen we evenzo weinig afstand van het streven naar de volheid van de liefde en de communio die ons toegezegd is” (AL 325).

Dit overzicht is gebaseerd op de samenvatting die het Vaticaan meezond aan de bisschoppen wereldwijd.