Dak- en thuislozenopvang in het Catharijnehuis

Maria José werkt in het Catharijnehuis in Utrecht, een dagopvang van dak- en thuislozen. Ze ontmoet er de dankbaarheid van hen die er door diverse omstandigheden terecht zijn gekomen. “Je kunt hier met plezier alle werken van barmhartigheid doen.”

Sinds september vorig jaar, werk ik in het Catharijnehuis, de dagopvang van dak- en thuislozen in Utrecht. Het huis is dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur open; bij koude winterdagen langer. Iedereen is welkom. Mensen die de nacht op straat doorgebracht hebben, kunnen hier terecht voor warme soep, een kopje thee, eten, een douche, kleding, ontspanning en een luisterend oor. Er is een verpleegster van de GGD en een maatschappelijk medewerkster. Als iemand maaltijden brengt, bijvoorbeeld stamppot, Chinees of Italiaans, dan worden deze opgewarmd en uitgedeeld.

De sfeer is meestal aangenaam, ontspannen en gezellig: mensen lachen, ze ontmoeten vrienden of kennissen en kunnen samen eten, spelletjes doen en praten. Er staat altijd iemand klaar om met liefde naar hun problemen, ideeën of projecten te luisteren. Zo voelen de bezoek(st)ers zich op hun gemak en kunnen ze hun hart uitstorten, of het nu uit pijn, onbegrip, twijfels, onkunde of blijdschap is. Dit wordt het meest gewaardeerd. Er zijn ook zieken die de warmte van de omgang met mensen zoeken. Per dag komen meer dan 125 daklozen naar het Catharijnehuis, enkele van hen zelfs al langer dan 10 jaar. Het huis bestaat 27 jaar. Het is mooi werk.

Voordat ik hier begon te werken, fietste ik vaak door de steeg op weg naar de Mis in de kathedraal. Dan probeerde ik de mannen en vrouwen die buiten stonden, te vermijden. Maar sinds ik hier werk, is alles veranderd en begroet ik iedereen met een glimlach. Ik heb ontdekt dat de mensen vaak heel goed zijn, maar door verschillende omstandigheden hier terecht gekomen. Soms is het bij de geboorte al fout gegaan; door familie, opvoeding of sociaal of politieke omstandigheden.

Hij kijkt je met een glimlach aan en zegt: ik had zoveel honger dat ik bijna niet kon lopen, nu voel ik me beter.

Het is dankbaar werk. Soms komt iemand wat wankel en bleek binnen, omdat hij de laatste 24 uur nauwelijks gegeten heeft. En hij vraagt een kopje soep en wat brood. Na een tijdje loop je langs en kijkt de bezoeker met andere ogen. Hij kijkt je met een glimlach aan en zegt: ik had zoveel honger dat ik bijna niet kon lopen, nu voel ik me beter.

Als je rustig met hen spreekt, met liefde, zoals je met een vriendin doet, merken ze dat. Af en toe hoor ik zeggen: “Het is zo anders om met jullie te praten dan met de mensen van de gemeente. Hier ben je na een gesprek de hele dag blij, heb je zin om iets te doen, te ondernemen. Na een gesprek met iemand van de gemeente ben je woedend.” Sommigen weten niet precies wat ze willen, of hoe ze het kunnen aanpakken. Dan probeer je je in hun schoenen te verplaatsen en geeft een paar suggesties wat jij in die omstandigheden zou doen. Na een paar dagen komt zo iemand je dan enthousiast vertellen dat hij je raad heeft opgevolgd en dat het gelukt is.

De Paus heeft in Rome een dakloze uit Utrecht ontvangen en is met een interview in de daklozenkrant gekomen. Er zijn heel veel exemplaren van verkocht en het heeft landelijk veel belangstelling opgeleverd.

Als iemand nu enthousiast is en ook vrijwilliger wil worden, denk niet lang na, doe het gewoon, het is mooi werk. Je kunt hier met plezier alle werken van barmhartigheid doen die de Paus voor dit jaar heeft aangeraden in praktijk te brengen.

Maria José Faraldo