Een helpende hand

Als een teken van solidariteit gaan in 2002 acht initiatieven op het terrein van opvoeding, immigratie, arbeid en gezondheidszorg van start bij gelegenheid van het eeuwfeest van Jozefmaria Escrivá.

CONGO : Sociaal-medische antenne "Moluka"

De sociaal-medische antenne Moluka (vertaald: een Beekje) ligt in een buitenwijk ten zuidoosten van Kinshasa, in het gebied van Selembao. In het afgelopen decennium heeft het gebied een sterke demografische groei gekend die vooral te wijten is aan de vluchtelingenstromen als gevolg van de laatste oorlogen en de uittocht uit het platteland. Met de nieuwe antenne kan naar verwachting een bevolkingsgroep van 30.000 worden bereikt.

Bij de antennes van Monkole biedt een ploeg van artsen en verpleegkundigen gezondheidsdiensten aan mensen die buiten de reguliere onderwijs- en gezondheidszorgvoorzieningen vallen. De antenne biedt programma's aan voor de ontplooiing van de vrouw en voor de verbetering van de levensomstandigheden van het gezin. De antenne Moluka geeft voorlichtingscursussen over de hygiene van het lichaam en de voeding, het schoon houden van de woning en de omgeving, gezondheidszorg voor het hele gezin, kinderverzorging, alfabetiseringscursussen, het bijhouden van een huishoudboekje en het voeren van de huishouding, alsmede het ontwikkelen van lokale hulpbronnen en het opzetten van productieve activiteiten.

Monkole, een medisch centrum, is in 1987 in Kongo opgericht

Het ziekenhuis Monkole verzorgt in hetzelfde gebied als Moluka sinds een aantal jaren vaccinatieprogramma's en cursussen voor schoolhygiëne aan leraren. Van deze medische diensten profiteren jaarlijks ongeveer 3000 kinderen.

Een protestantse gemeente heeft het aan ziekenhuis Monkole het terrein geschonken, waar de nieuwe sociaal-medische antenne zal worden gevestigd. De opening van de antenne is voorzien in november 2002.

VENEZUELA: Polikliniek "Anauco"

De initiatiefnemers van de vereniging "Gezondheid en Gezin" van Caracas zijn ter gelegenheid van het eeuwfeest van Josemaría Escrivá met een polikliniek begonnen in het centrum van de stad en met het inrichten van twee consultatiebureaus in de buitenwijken van Caracas, die gekenmerkt worden door een hoge bevolkingsdichtheid en weinig economische middelen.

De polikliniek "Anauco" is in oktober 2001 in gebruik genomen en bevindt zich op een centraal plein van Caracas. Het biedt primaire en secundaire medische zorg aan gezinnen met lage inkomens. De eerste schattingen wijzen op een zorgverlening door "Anauco" aan 800 patiënten per maand. "Gezondheid en Gezin" heeft in de laatste twee jaar al twee consultatiebureaus opgezet in de volkswijken van Baruta en Catia La Mar. Voor 2002 is de vereniging voornemens twee nieuwe consultatiebureaus te openen in de wijken Petare en Catia-Propatria. Met dit initiatief proberen de initiatiefnemers bij te dragen aan kwalitatief goede medische zorg, welke door de hoge kosten buiten het bereik van mensen met lage inkomens ligt.

MEXICO: Consultatiebureau voor de Stad van de Kinderen

Met een geschiedenis van 400 jaar achter de rug en bijna 4 miljoen inwoners, kent Monterrey een hoge graad van industrialisatie. Maar zoals vaak gebeurt in stadskernen die snel zijn gegroeid in korte tijd, treft men ook in deze stad verschillende gordels met miserabele levensomstandigheden aan. Een daarvan is de gemeente Guadalupe, deze gemeente telt ongeveer een miljoen inwoners van wie 20.000 kinderen zonder basisonderwijs en 320.000 kinderen die geen middelbaar, of ander vervolgonderwijs hebben gevolgd. Hier is in 1951 de Ciudad de los Niños (Stad van de Kinderen) opgericht om onderdak, educatie en voeding te bieden aan verwaarloosde kinderen.

In 1986 besloot het Patronaat haar werkzaamheden uit te breiden en zijn de werkzaamheden omgevormd tot een Centrum voor Sociale Ontwikkeling met het doel een integrale ontwikkeling van kinderen en jeugd met weinig middelen te verzorgen. In de Stad van de Kinderen is op 8 januari een consultatiebureau geopend ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Josemaría Escrivá.

COLOMBIA: Landbouw/veehouderijschool voor gezinnen "Guatanfur"

De Guantanfur school is een opleidingsinstituut voor de training van boeren uit de Vallei van Tenza, een gebied in Centraal Colombia bestaande uit zeven gemeenten waar keuterboertjes met kleine lapjes grond de meerderheid vormen. Het project omvat drie programma's:

- Middelbare landbouwschool om jonge agrariërs een technische opleiding te geven op het gebied van landbouw/veehouderij. De scholieren wisselen een periode van een week van studie als interne leerling van de school af met praktijkervaring gedurende twee weken op de kleine landgronden;

- Opleidingsschool voor volwassen boeren: Deze opleiding is bedoeld om ouders en andere volwassen landarbeiders uit de streek de nodige vaardigheden bij te brengen via programma's op het gebied van landbouw/veehouderij en hen te trainen in landbouw- en veehouderijmethoden, en het bieden van menselijke vorming, kleinschalig ondernemerschap en samenwerkingsprojecten;

- Instituut voor Technologie-overdracht.

Dit instituut richt zich op het aanbieden van alternatieven om een productiviteitsverhoging van de boeren in de streek te bereiken, alsmede een hoger rendement van hun arbeid.

De leerlingen betalen zelf 20% van hun kost en inwoning. Het overige deel wordt gefinancierd uit giften van personen en privé-instellingen.

De officiële ingebruikneming zal plaats hebben op 16 januari 2002 met een mis, die wordt gelezen in Guatanfur door de voorzitter van de Raad van Latijnsamerikaanse bischoppen (CELAM), mgr. Jorge Enrique Jiménez.

URUGUAY: Opleidingscentrum "Los Pinos"

Het centrum "Los Pinos" is gevestigd in de wijk Casavalle in Montevideo. Deze wijk wordt gekenmerkt door de armoede van haar bewoners. Een van de voornaamste problemen zijn de gebroken gezinnen, waarvan bij 40% van alle gezinnen sprake is. Bij 32% van de kinderen ontbreekt een vaderlijk gezag in hun huis. Rondom "Los Pinos" staan 5 woonblokken en veel van deze woningen beschikken niet over licht, water en riolering. Volgens de statistieken zijn in de laatste 10 jaar 10.000 kinderen naar de basisschool in de buurt gegaan en hebben slechts 800 een middelbare opleiding daarop gevolgd. Het centrum stelt zich tot doel ambachtelijke vorming te verzorgen op het gebied van elektriciteit, telecommunicatie, timmerwerk en de bouw.

De activiteiten zullen starten op 26 juni 2002, de overlijdensdatum van de stichter van het Opus Dei. Vanaf dat tijdstip zullen 240 jongeren zich inschrijven bij "Los Pinos". Het centrum wordt gesteund door de "Technisch Culturele Vereniging", een rechtspersoon zonder winstoogmerk die vanaf 1998 een ander programma ontplooit in dezelfde wijk Casavalle: het Centrum ter ondersteuning voor de Integrale Ontwikkeling (CADI), dat beroepsvorming aanbiedt aan vrouwen uit de wijk.

SPANJE: Braval in Barcelona

El Raval is een buurt van Barcelona met een grote behoefte aan sociaal opbouwwerk. Een aanzienlijk percentage van de bevolking is immigrant met ernstige tekorten van allerlei aard. Dit leidt tot gettovorming, hoge werkloosheidspercentages en tot marginalisering. De NGO "Braval" heeft een project op touw gezet met het doel activiteiten, werkprojecten en solidariteitsprojecten te organiseren die bijdragen aan de integratie van de immigranten in de samenleving. De programma's van Braval worden mogelijk gemaakt dankzij de medewerking van meer dan 60 vrijwilligers.

In oktober 2002 zal het "Bezigheidsprogramma" van start gaan dat gericht is op jonge immigranten die nog geen middelbare schooldiploma hebben behaald. Het programma zal een basis-beroepsvorming verzorgen, zodat de leerlingen kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt of de studie kunnen voortzetten.

In 2001 zijn ook al drie andere programma's van start gegaan:

- Programma Trinitat Vella, een voetbaltoernooi met jeugdgevangenen van Barcelona, onder wie een hoog percentage immigranten.

- Programma 1@1, bedoeld om kinderen in de schoolgaande leeftijd te motiveren bij hun studie.

- Zomerprogramma, met activiteiten die de kennis van en de integratie in de omgeving vergemakkelijken. De deelnemers komen uit 14 landen.

NIGERIA: Instituut voor Industriële Technologie (IIT)

Bij gelegenheid van het centennium is recentelijk het Instituut voor Industriële Technologie (IIT) van start gegaan. Het IIT biedt training in technische vaardigheden, almede ethische waarden die de leerlingen helpen hun weg te vinden in de wereld van de arbeid.

In Nigeria, een land met 120 miljoen inwoners, leeft een aanzienlijk aantal beneden het bestaansminimum. De werkloosheid in bepaalde streken ligt rond de 60%. Het IIT staat open voor personen van alle godsdiensten, rassen en stammen en poogt daarmee het samenleven en samenwerken van de verschillende groepen in de maatschappij te bevorderen.

Bij de officiële opening herinnerde de voorzitter van de raad van bestuur, Otunba Peter Adegbesan, eraan "dat de school verlichting wil brengen in de situatie van armoede, aangezien de school zich bijzonder richt op jonge mensen uit de meest behoeftige economische lagen". De vertegenwoordiger van het ministerie van onderwijs van Nigeria, Abimbola Davies, zei dat dit project "een voorbeeld is van hoe een privé-initiatief ten goede kan komen van de samenleving". Voor het eerste cursusjaar zal het IIT met 75 leerlingen van start gaan, een aantal dat daarna jaarlijks zal toenemen. Het instituut maakt gebruik van een duaal onderwijssysteem, waarbij de leerling praktijkervaring opdoet op verschillende plaatsen, die op elkaar aansluiten, te weten de school en de fabriek. De school verzorgt de basis- en algemene opleiding, terwijl de fabriek de gelegenheid biedt tot het opdoen van specifieke beroepservaring en het werken in groepen vergemakkelijkt.

POLEN: Centrum voor de ontwikkeling van plattelandsvrouwen "Dworek"

Het vormingscentrum Dworek zal vaardigheidstraining verzorgen voor plattelandsvrouwen, zodat zij hun levenspeil en dat van hun gezinnen kunnen verbeteren. De Vereniging voor Opvoeding en Cultuur SEK (Stowarzyszenie Edukacji i Kultury) heeft dit project op touw gezet in Siennica, een plattelandsgehucht in het noordoosten van Polen.

Een van de belangrijkste problemen in dit gebied zijn de lage inkomens van veel boerengezinnen. De vrouwen missen veelal voldoende beroepsopleiding met als gevolg dat de werkloosheid hoog is. Het gebrek aan vorming verhindert hen om oplossingen te vinden om uit deze precaire situatie te komen. Dit leidt tot een gebrek aan motivatie en een passieve houding tegenover de toekomst en onder andere tot alcoholisme onder de plattelandsvrouwen (19%). Dworek wil er aan bijdragen dat vrouwen worden opgeleid, die in staat zijn een eigen onderneming op te zetten op het gebied van agro-toerisme. Daarnaast worden cursussen aangeboden over voeding, artistieke handvaardigheid, economie van de huishouding, etc. Het project wordt in fasen uitgevoerd: eerst een voorlichting- en bewustwordingcampagne voor de vrouwen uit de streek; in de tweede fase de vaardigheidstraining en in de derde fase het opzetten van een school voor agro-toerisme. De eerste fase gaat in september 2002 van start.