God, Vader van oneindige barmhartigheid

De prelaat van het Opus Dei reflecteert over het goddelijk kindschap.

De terugkeer van de verloren zoon (Rembrandt, 1606-1669).

Kinderen van God. Dat zijn wij, en zo roept het Evangelie het uit, ook al zijn er veel mensen die dat jammer genoeg miskennen. Het goddelijke kindschap, de roep van God om kinderen van Hem te zijn in Jezus Christus is een schat die door zijn rijkdom geen vergelijking duldt met het meest schitterende goed van de aarde. Als men zich bewust zou zijn van deze waarheid, zou onze wereld heel anders zijn: het zou een wereld zijn zonder haat en zonder discriminatie. Geroddel en lasterpraat zouden verdwijnen en de waarheid zou zich eenvoudig en helder een weg banen. Er zou geen ruimte zijn voor uitbuiting en manipulatie, en de solidariteit zou groeien, want zich kinderen van God de Vader te weten brengt automatisch broederschap met zich mee. (...)

God is Vader: Hij deelt ons het leven mee, Hij houdt zich met een oneindige genegenheid bezig met al het onze. Hij zorgt voor ons op elk ogenblik, Hij volgt ons dag in dag uit vanuit een voorzienigheid die soms voor ons verborgen blijft en soms niet te begrijpen is, maar waarop wij altijd kunnen steunen en vertrouwen. Vanuit dit licht gezien krijgt het dagelijkse leven, het leven van de gewone mens, zijn authentieke en diepe betekenis. Het is vol bovennatuurlijke en menselijke rijkdom.

Onbenulligheid, monotonie, het idee dat de dagelijkse bezigheden iets onvermijdelijks, routinairs en van weinig waarde zijn, zullen verdwijnen. Het gezinsleven, het dagelijkse weggaan en terugkomen, het werk en de verschillende bezigheden bieden zich aan als een goddelijke gave die men graag als dienst op zich neemt. Er is dan geen ruimte meer voor die kille en bekrompen houding, zoals onder de farizeeën en puriteinen, die de godsdienstigheid reduceerden tot een soort houding van in orde zijn met een strenge God. Noch komt het overeen met oppervlakkigheid of routine in de omgang met God. Voor degene bij wie het goddelijke kindschap verinnerlijkt is en die zich bewust is van de constante en zorgzame nabijheid van God, zou een dergelijke manier van godsdienstbeleving zinloos zijn. Ons persoonlijk leven is op een harmonische wijze verstrengeld met de liefdevolle voorzienigheid van God. In werkelijkheid heeft geen enkel menselijk schepsel het verloop van de geschiedenis alleen bewandeld, want God is altijd aan de zijde van zijn kinderen gebleven.

"God is Vader: Hij deelt ons het leven mee, Hij houdt zich met een oneindige genegenheid bezig met al het onze. Hij zorgt voor ons op elk ogenblik, Hij volgt ons dag in dag uit vanuit een voorzienigheid die soms voor ons verborgen blijft en soms niet te begrijpen is, maar waarop wij altijd kunnen steunen en vertrouwen."

Er zijn ongetwijfeld moeilijke situaties die wij met onze verstand niet kunnen begrijpen. Zelfs dan nog kan men niet twijfelen aan de liefde van God; in die omstandigheden is het noodzakelijk naar Jezus te kijken, met de zekerheid die het geloof ons verleent. Juist daarvoor heeft God zijn Zoon naar de wereld gezonden, opdat ook wij zijn kinderen in zijn Zoon zouden worden; en opdat wij door Hem te beschouwen de grootsheid van zijn liefde zouden kennen. De Vader maakt zijn vaderschap zichtbaar in de woorden en het leven van de eeuwige Zoon die de menselijke geschiedenis is ingegaan door onze natuur aan te nemen. Christus openbaart ons de Vader door zijn daden en zijn woorden, en laat ons zijn oneindige liefde kennen.

Javier Echevarría

Itinerarios de vida cristiana, Uitgeverij Planeta, 2001, Hoofdstuk 1.