Sacramentsprocessie Amsterdam 2015

De nieuwe Apostolisch Nuntius, Mgr. Aldo Cavalli, was op Sacramentsdag, zondag 7 juni, bij de Sacramentsprocessie in Amsterdam. Na de Pontificale Mis in de O.L. Vrouwekerk aan de Keizersgracht trok de processie voor de twaalfde keer over de Amsterdamse grachten.

Mgr. dr. Jan Hendriks, hulpbisschop van het bisdom Haarlem-Amsterdam, spreekt zijn homilie uit tijdens de Hoogmis ter gelegenheid van Sacramentsdag in de Onze Lieve Vrouwekerk te Amsterdam.

Op Sacramentsdag viert de katholieke Kerk de instelling van het Sacrament van de Eucharistie door Jezus tijdens het Laatste Avondmaal. Het is een feestdag die bijzonder gewijd is aan de aanbidding van de werkelijke tegenwoordigheid van de Heer onder de gedaanten van brood en wijn.

De nieuwe Nuntius heeft geconcelebreerd en het heilig sacrament gedragen in de processie. Aan het einde van de processie en het lof hield hij een korte bemoedigende toespraak waarin hij de rol van de heilige Geest in de Kerk onderstreepte.

Aan de processie namen veel oosterse christenen deel alsmede vertegenwoordigers van nationale parochies zoals de Poolse en Duitse gemeenschappen.

Homilie

Excellenties, Broeders en zusters,

Verbondenheid met de lijdende christenen

Straks zullen we weer Ons Heer door de straten dragen, samen met onze broeders en zusters van de Syrisch Orthodoxe en Koptische kerk, de Ethiopisch orthodoxe en Armeense kerk.

Ik ben dankbaar voor hun aanwezigheid en hun deelname aan deze mooie gebeurtenis. Wij willen aan hen vandaag nogmaals ons medeleven kenbaar maken met alle christenen die worden vervolgd of als martelaar zijn gestorven. Ons samen optrekken in deze processie is een mooi teken van onze hartelijke verbondenheid en van de zegen die we elkaar toewensen.

Onze levensweg als een processie

Wij lopen daar, rustig en vreedzaam, wij bidden en zingen. De mensen langs de kant begrijpen er soms iets van of niet; maar de ervaring is dat men respectvol is, soms vragen stelt, uitleg wil, of een gebaar van eerbied toont. Wij bidden dat de Heer die voorbij komt hun harten mag raken en dat ook wij in ons leven steeds een weg met Hem erbij mogen gaan, dat onze levensweg als het ware een sacramentsprocessie mag zijn.

Die ene daad van liefde

Eens stierf Jezus voor ons aan het kruis, dat was bijna tweeduizend jaar geleden. Hij stierf daar eenzaam en bijna door iedereen in de steek gelaten, slechts een paar getrouwen stonden onder het kruis. Wij willen Hem vandaag vergezellen in dankbaarheid voor wat Hij voor ons deed of wij nu in een moeilijke fase van ons leven zijn of juist niet. We willen altijd vooruit kijken, zoals Jezus deed bij het Laatste Avondmaal toen Hij al verder dan Zijn lijden en kruis, keek naar het nieuwe feestmaal in het Koninkrijk van God. Dat gebeuren van toen - dat Hij Zijn leven gaf op het kruis - was uit liefde voor ons; door die ene daad van liefde werd het lot van de mensheid gekeerd: we zijn niet langer bestemd voor dood en verderf, voor de put en het graf, maar voor het leven en geluk, voor het Koninkrijk van God. We zijn niet langer overgeleverd aan de macht van het kwaad, ons gelovig vertrouwen zegt dat de zachte en verborgen kracht van de liefde uiteindelijk zal winnen!

Dat is de hoop en het geloof van alle christenen; dat is het vertrouwen dat de martelaren in verleden en heden moed heeft gegeven om door te gaan en trouw te blijven.

Nieuwe schepping

De Heer heeft ervoor gekozen dat Zijn offer voor ons altijd zou voortleven: dat offer wordt vernieuwd en opgedragen en tegenwoordig gesteld in de viering van de Eucharistie. Eigenlijk is de kern van onze zondagsviering dan ook niet eens zo zeer dat we ter communie gaan; de kern is dat we onze verlossing vieren, dat zijn Paasmysterie - zijn lijden, dood en verrijzenis - onder ons tegenwoordig is, dat we zijn opgestaan met Christus, verrezen met de Heer!

We zijn al verrezen, ons leven is al nieuw, we zijn een nieuwe schepping, onze hemel is al begonnen. De werkelijkheid waarin we nu nog leven is een voorbijgaande schaduw.

Zijn woorden en ons geloof

Dit is een geloof, een overtuiging, we zien het nog niet. We zien een stukje brood dat straks in de monstrans wordt rondgedragen. Het is eigenlijk meer aan die monstrans en aan de gewaden en de wierook dat we zien dat er iets bijzonders is, dan aan dat stukje brood; aan dat brood, aan die hostie is niet zoveel te zien, zo gewoon als het is. Het zijn de woorden van Jezus die ons duidelijk maken dat Hij het is, werkelijk aanwezig onder de gedaante van het brood. Het is ons geloof dat ons zegt: dit is de Heer! Dit is geen brood, want de werkelijkheid die wij met aardse ogen zien, telt niet zozeer als de goddelijke werkelijkheid die nog verborgen is.

Van toeschouwer deelnemer worden

Soms twijfelen wij, soms zijn wij zwak, soms zien we het niet meer zo zitten, soms worden we bekoord en gaan we andere wegen dan die processieweg met Hem in ons midden, soms worden wij beproefd of glijdt het geloof geleidelijk weg, dat is ons leven. Maar Hij is altijd daar, Hij wacht en staat voor ons klaar, Hij nodigt ons uit om van toeschouwer deelnemer te worden, van mens aan de kant tot participant, om een stap te zetten en van ons leven zo’n processie te maken. Bij alles wat we meemaken is dat de grote uitdaging: om er de hand en de aanwezigheid van de Heer in te zien.

Een stapje...

Hij dringt zich niet op, Hij blijft een beetje verborgen, zoals in de hostie; en toch: als wijzelf een stap zetten, kunnen we Hem gaan ervaren. Hij laat ons niet in de steek... Je moet zelf ook iets doen, dat stapje zetten, iets los laten, wat anders gaan denken, maar God doet dan de rest.... Dat stapje begint heel vaak met je klein te maken, nederig, zoals Jezus zich klein maakt in de hostie.

Jaar van barmhartigheid

Paus Franciscus heeft een jaar van Barmhartigheid uitgeroepen, op 8 december gaat het beginnen; we worden allemaal hartelijk uitgenodigd om de barmhartigheid van Jezus te ontvangen; dat kan eigenlijk niet zonder eenvoud van hart, zonder nederigheid, want wie leeft van barmhartigheid is ergens een bedelaar. Het is wat de verloren zoon doet in de parabel of wat wij zeggen in de biecht: “Vader, ik heb gezondigd” en dan komen de stromen van Gods barmhartigheid vrij.

Een teken en een ontvanger...

Af en toe loopt ons geloof dus best gevaar, maar als wij dat stapje zetten, kan God op Zijn beurt ons bewaren en sterken en merken we wel weer dat Hij er is en voor ons zorgt. In het evangelie van vandaag bijvoorbeeld worden de leerlingen uitgestuurd om de zaal voor te bereiden waar Jezus het Laatste Avondmaal kan vieren. Jezus zegt hun dan precies wie ze zullen tegenkomen, wat er dan gebeurt en hoe de zaal eruit ziet, tot in detail beschrijft Hij alles. En het komt precies zo uit: alles was exact zoals Jezus had gezegd.

Maar aan dit teken van de Heer gaat toch nog iets vooraf, een instelling van de leerlingen. Die leerlingen hadden een vraag gesteld: “Waar wilt Gij dat wij voorbereidselen gaan treffen, zodat Gij het paasmaal kunt houden?” Ze vragen niet: “Waar zullen wij nu eens het Paasmaal gaan houden?”, nee: “Waar wilt Gij, dat wij ... zodat Gij het paasmaal kunt houden”. Aan dat teken wat Jezus geeft gaat dus een bepaalde instelling van de leerlingen vooraf. In hun woorden zit een openheid en een erkenning van de grootheid van de Heer. zij beseffen en belijden dat het niet om henzelf draait. Het teken dat de Heer geeft is als het ware een antwoord op hun houding van nederigheid, van de erkenning dat de Heer groter is en dat zij dienaren zijn.

Procedamus in pace!

Laten we voortgaan in vrede, in eenvoud, met open handen en een open hart voor God de Heer van ons leven. Moge onze processie straks een beeld van ons leven zijn, dat we onze levensweg willen gaan met Hem in ons midden.

Amen

Mgr. dr. Jan Hendriks

Bisdom Haarlem-Amsterdam