Christelijk optimisme

Wij moeten optimisten zijn, maar met een optimisme dat voortspruit uit het geloof in de macht van God.

Het optimisme van de christen is geen naïviteit of een blindelings vertrouwen dat alles goed komt.

Het is een optimisme dat zijn wortels heeft in het bewustzijn van onze vrijheid en in het vertrouwen op de macht van de genade; een optimisme dat ons aanzet veeleisend te zijn voor onszelf, en ons in te spannen steeds te beantwoorden aan de verwachtingen van God.
De Smidse, 659

De taak van een christen: het kwaad verstikken in een overvloed aan goeds. Het gaat er niet om negatieve campagnes te voeren of anti-wat-dan-ook te zijn. Integendeel: we moeten op een positieve manier leven, vol optimisme, jeugdig, blij en met innerlijke vrede; met begrip staan tegenover allen: tegenover degenen die Christus volgen en tegenover hen die Hem in de steek laten of Hem niet kennen.

Maar begrip houdt niet in dat we ons afzijdig moeten houden, houdt geen onverschilligheid in, maar actief-zijn.
De Voor, 864

De Heer – ik zeg het nog eens – heeft ons de wereld als erfdeel gegeven. We moeten met onze ziel en ons verstand waakzaam blijven, realistisch zijn en de moed niet verliezen. Alleen door een afgestompt geweten, door ongevoeligheid als resultaat van de routine, en door lichtzinnige zorgeloosheid kunnen we naar de wereld kijken zonder het kwaad, de belediging van God en de soms onherstelbare schade aan de zielen te zien. We moeten optimistisch zijn, maar met een optimisme dat voortkomt uit ons geloof in de macht van God – van God die geen veldslagen verliest – en niet uit menselijke zelfvoldaanheid, uit dwaze en aanmatigende zelfingenomenheid.
Christus komt langs, 123

De blijdschap en het bovennatuurlijk en menselijk optimisme zijn te verenigen met vermoeidheid, met pijn, met tranen - wij hebben tenslotte een hart -, en met moeilijkheden in ons geestelijk leven of in het apostolaat.

Hij, perfectus Deus, perfectus Homo, volmaakt God, volmaakt Mens, bezat alle geluk van de hemel, maar wilde vermoeidheid, uitputting, tranen en verdriet ervaren..., opdat wij begrijpen dat we heel menselijk moeten zijn, als we heel bovennatuurlijk willen zijn.
De Smidse, 290

De Heer wil dat wij, zijn kinderen, die de genade van het geloof hebben ontvangen, de oorspronkelijke optimistische visie op de schepping uitdragen; de 'liefde voor de wereld' die in het christendom besloten ligt.

Daarom mag het jou nooit ontbreken aan enthousiasme bij je werk, of aan inzet bij de opbouw van de aardse stad.
De Smidse, 703

Waarom die ontmoediging? Vanwege jouw zonden? Wegens je ontsporingen die zich soms herhalen? Door een zeer grote nederlaag waarop je niet verdacht was?

Wees eenvoudig. Open je hart. Zie, er is nog niets verloren. Je kunt nog doorgaan, en wel met meer liefde, meer genegenheid, meer sterkte.

Neem je toevlucht tot het goddelijk kindschap: God is immers je allerliefste Vader. Dit is jouw zekerheid, de bodem waar je voor anker kunt gaan, ongeacht wat er aan de oppervlakte van de levenszee moge gebeuren. En je zult vreugde, sterkte, optimisme vinden, en de overwinning!
De Kruisweg, 7,2

Vroeger was je pessimistisch, besluiteloos en apathisch. Nu ben je helemaal anders geworden: je voelt je moedig, optimistisch en zeker van jezelf, omdat je uiteindelijk hebt besloten je steun alleen nog maar bij God te zoeken.
De Voor, 426

Ontvang berichten per e-mail

email