“De enige vrijheid die redt, is Christus”

Het is niet waar dat er een tegenstelling bestaat tussen goed katholiek zijn en het trouw dienen van de burgermaatschappij. Zoals er ook geen reden is waarom Kerk en Staat met elkaar zouden moeten botsen in de wettige uitoefening van ieders eigen gezag, bij het vervullen van de opdracht die God hun heeft toevertrouwd.

- Wie het tegendeel beweert, liegt. Ja: liegt! Dat zijn dezelfden die, uit verering van een valse vrijheid, de katholieken - vriendelijk - zouden willen verzoeken naar de catacomben terug te gaan. (De Voor, 301)

De ene slavernij voor de andere slavernij. Als we nu toch slaaf moeten zijn, omdat het menszijn daar nu eenmaal uit bestaat, dan kunnen we ons maar beter slaven van God weten, uit liefde. Want op hetzelfde moment verkeren we niet meer in slavernij, maar worden we vrienden, kinderen. En dan blijkt het verschil. We treden fatsoenlijke wereldse bezigheden tegemoet met dezelfde hartstocht en volharding als anderen, maar met vrede in het diepst van onze ziel; met vreugde en hemelse rust ook te midden van strijdigheden, want we stellen ons vertrouwen niet in wat er gebeurt, maar in wat voor altijd blijft. Wij zijn dus geen kinderen van een slavin, maar van de vrije vrouw (Gal 4, 31).

Waar komt die vrijheid voor ons vandaan? Van Christus, onze Heer. Het is de vrijheid waarmee Hij ons vrijgekocht heeft (vgl. Gal 4, 31). En daarom leert Hij: Als de Zoon u vrijmaakt, zult gij werkelijk vrij zijn (Joh 8, 36). Wij, christenen, hoeven aan niemand de werkelijke betekenis van dit geschenk te vragen, want de enige vrijheid die de mens redt, is de vrijheid van Christus.

Ik spreek graag over het avontuur van de vrijheid, want zo verlopen uw en mijn leven. Vrij —als kinderen en niet als slaven, excuseer dat ik er op blijf hameren— volgen we het pad dat de Heer voor ieder van ons heeft uitgestippeld. Wij ervaren die bewegingsvrijheid als een Godsgeschenk.

(…) Wij zijn tegenover God verantwoordelijk voor alle dingen die we vrij doen. Op dit punt kan niemand in de anonimiteit wegduiken. De mens bevindt zich onder het oog van zijn Heer. Het ligt in zijn macht te besluiten als vriend of als vijand met Hem te leven. Zo begint de weg van de innerlijke strijd waaruit het hele leven bestaat, want zolang het verblijf op aarde duurt, zal niemand de volheid van zijn vrijheid bereiken.

Vrienden van God, 35-36

Ontvang berichten per e-mail

email