Ver weg en toch heel dicht bij iedereen, heel dicht bij iedereen!..., herhaalde je gelukkig.
Je was tevreden dankzij deze verbondenheid met elkaar door de band van de liefde, waarover ik je sprak. Die liefde moet je onvermoeibaar aanwakkeren. (De Smidse, 956)
Je vraagt wat je zou kunnen doen voor een vriend die zich alleen voelt. Ik zal zeggen wat ik altijd zeg, want we hebben een machtig middel tot onze beschikking dat alles oplost: bidden. Op de eerste plaats bidden. En dan voor hem doen, wat je zou willen dat ze in zo'n situatie voor jou zouden doen. Zonder hem te vernederen, moet hij geholpen worden op een manier die gemakkelijk maakt wat hij moeilijk vindt.
(De Smidse, 957)
Verplaats je altijd in de ander, zodat je de problemen of de moeilijkheden rustig en zonder je te ergeren onder ogen kunt zien. Je zult begrip krijgen, verontschuldigen, zo nodig een duwtje in de goede richting geven, en eraan bijdragen dat er meer liefde in de wereld is.
( De Smidse, 958)