Brief van de prelaat (april 2015)

In het kader van het Mariajaar voor de gezinnen schrijft de prelaat in zijn brief over de onvervangbare rol van de ouders bij de opvoeding van de kinderen.

Mijn geliefde kinderen, moge Jezus jullie behoeden!

Ik schrijf jullie midden in de Goede Week en ik vraag de allerheiligste Maagd Maria dat zij in dit Mariajaar – waarin wij haar in het bijzonder willen eren – ons verlangen voedt om ons in de dagen van het Paastriduüm diepgaand te verplaatsen in de gebeurtenissen rond het lijden, het sterven en de verrijzenis van de Heer.

Op 28 maart was de negentigste verjaardag van de priesterwijding van de heilige Jozefmaria; en morgen, op Witte Donderdag, brengt de liturgie ons met veel kracht de instelling van de Eucharistie en van het priesterschap in het Cenakel van Jeruzalem.

In de paaswake dient de Kerk de sacramenten toe van de christelijke initiatie: het doopsel, het vormsel en de eucharistie. Wij hebben deze sacramenten gewoonlijk in onze kinderjaren ontvangen zoals sinds mensenheugenis gedaan wordt en wat zijn oorsprong heeft in het onderricht van het evangelie. In deze glorievolle nacht van de vigilie worden we uitgenodigd om de doopbeloften te hernieuwen die onze ouders en onze peter en meter namens ons of misschien wijzelf hebben gedaan.

Later spreekt de Paaswake ons over de overwinning van Christus over de zonde en de dood en, in Hem, die van allen die door het doopsel in zijn dood en verrijzenis zijn opgenomen. In de lijn die ik in deze maanden van het Mariajaar wil volgen, wil ik jullie voorstellen na te denken over het belang van deze sacramenten op de weg van de christelijke gezinnen. Ook kunnen we de allerheiligste Drie-eenheid elke dag opnieuw bedanken voor deze verlossende mysteries die het ons mogelijk maken te delen in de goddelijke rijkdommen.

We kunnen en moeten allemaal helpen bij de evangelisatie van het gezin op een manier die aansluit bij onze persoonlijke omstandigheden. Ik denk nu aan allen die in het openbaar of particulier onderwijs werken en direct contact hebben met vaders en moeders, met veel jongeren die naar hun lessen komen en met docenten met wie zij deze educatieve verantwoordelijkheid delen. Ik wil jullie er allemaal aan herinneren dat jullie taak, die van kapitaal belang is, niet beperkt mag blijven tot het overdragen van kennis om de leerlingen op de toekomst voor te bereiden. Zorg ervoor, ik weet dat jullie dat voor ogen hebben, dat de kinderen en de jongeren een integrale vorming krijgen op de verschillende terreinen – menselijk, geestelijk en godsdienstig – die zo eigen zijn aan de christelijke vorming.

Ten eerste is de rol van de vaders en de moeders essentieel en in zekere zin ook die van de overige familieleden: die van broers en zusjes, grootouders, enz. De ouders, of degenen die hun plaats innemen, zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. De paus zei toen hij sprak over de verschillende leden van de familie: jullie, kinderen en jongeren, zijn de vruchten van de boom die familie heet: jullie zijn goede vruchten als de boom goede wortels heeft – dat zijn de grootouders – en een goede stam – dat zijn de ouders. Jezus zei dat iedere goede boom goede vruchten voortbrengt en iedere slechte boom, slechte vruchten (cfr. Mt 7, 17). De grote familie van de mensheid is als een bos waar de goede bomen bijdragen door hun solidariteit, gemeenschapszin, vertrouwen, steun, veiligheid, gelukkige soberheid, vriendschap. Dat er grote gezinnen zijn is een teken van hoop voor de samenleving. En daarom is de aanwezigheid van de grootouders van groot belang. Het is een prachtige aanwezigheid door de praktische hulp die zij bieden, maar vooral door hun bijdrage aan de opvoeding. De grootouders bewaken de waarden van een volk, van een gezin, en helpen de ouders deze over te dragen aan hun kinderen. [1] Ik wil benadrukken dat echtparen aan wie God geen nakomelingen geeft ook een belangrijke, verrijkende rol kunnen spelen bij de christelijke vorming van andere gezinnen.

De ouders die deze opdracht serieus nemen kunnen veel goeds doen! Daarom is het nodig dat het echtpaar en de kinderen regelmatig thuis zijn, in de overtuiging dat de woning het 'voorportaal' van de hemel en een school van liefde moet en kan zijn, want de vreugde en het lijden van het ene, zijn de vreugde en het lijden van de andere gezinsleden.

De heilige Jozefmaria gaf ons dit helder onderricht door, ook als vrucht van zijn persoonlijke ervaring. Bij gelegenheid zei hij, terugdekkend aan de manier waarop de Heer hem voorbereid had op zijn taak om het Opus Dei te stichten: God liet me geboren worden in een christelijk gezin, zoals de gezinnen in mijn land gewoonlijk zijn. Ik had voorbeeldige ouders die het geloof in het dagelijks leven in praktijk brachten. Ze gaven mij al vanaf jong een heel grote vrijheid en tegelijkertijd waakten zij over mij. Ze probeerden mij een christelijke vorming te geven; die kreeg ik thuis meer dan op school, hoewel ze mij vanaf mijn derde jaar naar een school van vrouwelijke, en vanaf mijn zevende naar een van mannelijke religieuzen brachten.[2]

Thuis leerde hij een echt christelijk leven te leiden dat aansloot bij zijn leeftijd. Wanneer er tegen het einde van zijn leven grote of kleine gebeurtenissen uit zijn kinder- en jeugdjaren in zijn herinnering kwamen, dankte hij God daar uit het diepst van zijn hart voor. De adviezen die hij de vaders en moeders van de gezinnen gaf, kwamen voort uit wat hijzelf had meegemaakt en uit zijn ruime ervaring als priester.

Ik wil hier in het bijzonder benadrukken hoe hij met aandrang het belang van het goede voorbeeld onderstreepte. Vanaf het eerste moment zei hij zijn de kinderen onverbiddelijke getuigen van het leven van hun ouders. Jullie merken het niet, maar ze oordelen over alles, en soms is hun oordeel over jullie niet goed. Hierdoor hebben de dingen die thuis gebeuren een goede of een slechte invloed op jullie kleintjes. Probeer ze een goed voorbeeld te geven, verberg jullie vroomheid niet, probeer zuiver te zijn in je gedrag: zo zullen ze leren en zij zullen de kroon zijn op jullie rijpe jaren en op jullie oude dag. Jullie zijn voor hen als een open boek.[3]

Het is heel belangrijk dat de ouders – niet alleen de moeders, maar ook de vaders – de kinderen de eerste gebedjes leren. Verplicht hen niet tot lange gebeden: een paar gebedjes is genoeg, maar wel elke dag,was het advies van de heilige Jozefmaria. Zolang ze nog heel klein zijn kun je hun hand nemen en met hun handje het kruisteken maken. Het kind zal dat nooit meer vergeten. Jullie fijngevoeligheid en jullie vroomheid, net zoals die van jullie echtgenoot, van onze ouders, blijft in het diepste van hun ziel bewaard.[4]

Met gevoel voor humor voegde hij er bij andere gelegenheden aan toe: je moet niet willen dat jullie kinderen zoals de hondjes gaan slapen. Ik druk het graag op deze manier uit, want zo is duidelijk wat ik bedoel. Hondjes gaan in een hoek liggen, en ze vallen in slaap. Jullie kinderen niet: ze moeten een kruisteken maken voordat ze naar bed gaan, en een paar woorden tegen Onze Lieve Vrouw en Onze Lieve Heer zeggen, ook als hun ziel niet helemaal zuiver is.[5]

Hij vertelde met een heilige trots dat hij de gebedjes die hij als kind had geleerd altijd is blijven bidden, zowel 's ochtends als 's avonds: het waren maar enkele, korte en vrome gebedjes. Hierdoor brengt de herinnering aan mijn ouders me bij God en zo ben ikbehalve met mijn bloedverwantenheel verenigd met die familie in NazarethJezus, Maria en Jozefen met de familie in de hemel, de ene God in drie Personen: Vader, Zoon en heilige Geest.[6]

Naarmate de kinderen opgroeien, is het logisch om andere gebeden te gaan gebruiken: het Onze Vader, het Weesgegroet, de tafelgebeden, de rozenkrans... En als ze daar oud genoeg voor zijn is het goed dat ze op zondag meegaan naar de Mis, ook al begrijpen ze nog niet veel van wat ze meemaken. Zo kan het zaadje van het christelijk leven dat bij het doopsel gezaaid is, zich harmonisch, evenwichtig ontwikkelen. En zo bereiden ze zich voor op de eerste Communie, waarbij de Kerk aanraadt dat de sacramentele biecht daar aan voorafgaat. [7]

Onze Vader leerde dat het wenselijk is dat kinderen beginnen de sacramenten te ontvangen zo gauw ze eraan toe zijn. Kijk eens naar zijn advies aan een moeder: laat ze al snel, al heel snel, zo gauw ze hun verstand kunnen gebruiken, biechten. Als je ze zelf kunt voorbereiden, doe dat dan; en vraag het anders aan een priester die je kent. Het is niet waar dat kinderen daar een shock van krijgen! Het is niet waar dat het niet goed voor ze is! Het heeft mij alleen maar goed gedaan, en ik was zes jaar toen mijn moeder mij liet biechten.[8]

De 23e van deze maand is weer de verjaardag van de eerste Communie van de heilige Jozefmaria: het is een dag bij uitstek om Christus te danken voor het moment waarop hij voor de eerste keer sacramenteel in het hart van onze stichter en in dat van ieder van ons kwam.

Deze overwegingen kunnen ons allen helpen: de vaders en moeders van een gezin, de leerkrachten van het basis- of middelbaar onderwijs, degenen die helpen in het vormend werk van de prelatuur voor volwassenen, en de jongeren die met hun vrienden een grote bijdrage leveren in de jeugdclubs en soortgelijke initiatieven.

Ik ben de mentors of tutors heel dankbaar voor hun professionele en apostolische inzet, in nauwe samenwerking met de gezinnen. Bedenk dat zonder de medewerking van de ouders, zonder het goede voorbeeld van thuis, de vruchten van jullie werk, dat dikwijls met veel offergeest gedaan is, gemakkelijk aan kracht verliezen. Daarom word ik het niet moe eraan te herinneren de vaders en moeders uit te nodigen voor de activiteiten van de clubs en samen te werken bij het runnen van de school. Herinner hen eraan dat ze hun educatieve taken serieus nemen en royaal zijn met hun tijd en materiële ondersteuning, en initiatieven hebben in het prachtige werk om goede burgers en goede christenen voor te bereiden door het thuisfront te verbreden met de scholen en de jeugdclubs.

In de afgelopen maand heb ik een bezoek aan de Maagd Maria gebracht in haar heiligdom van Fatima: jullie allen waren heel aanwezig in mijn gebed. Bovendien gaf de Heer me de vreugde om met mijn kinderen van Portugal bij elkaar te komen: verschillende groepen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, priesters en leken. Ik vraag jullie heel verenigd te blijven met mijn intenties, in het bijzonder op de 20e, de verjaardag van mijn benoeming als prelaat van het Werk. En laten we meer bidden voor de paus en zijn medewerkers.

Voordat ik eindig wil ik er nog eens op aandringen dat we proberen diepgaand deel te nemen aan de liturgie van het Paastriduüm en daarna aan die van de paastijd. Moedig jullie vrienden en vriendinnen, familieleden en collega's aan om van deze heilige dagen te profiteren. En laten we de straten en ons thuis vullen met gebeden van dankbaarheid, van berouw en geestelijke communies. Op deze manier kunnen we de Heer en zijn allerheiligste Moeder de diepste gevoelens van ons hart laten zien.

Met alle genegenheid zegent jullie,

jullie Vader,

+ Javier

Rome, 1 april 2015

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis et Operis Dei


1. Paus Franciscus, Toespraak tot de nationale vereniging van grote gezinnen in Italië, 28-12-2014.

2. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een meditatie, 14-2-1964.

3. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 12-11-1972.

4. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 4-6-1974.

5. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 18-10-1972.

6. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 28-10-1972.

7. Cfr. Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1457.

8. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 14-7-1974.