Drie kerstwensen van de paus

Op 7 december heeft paus Benedictus XVI de lichten van de grootste kerstboom ter wereld ontstoken. Hij sprak daarbij drie kerstwensen uit.

“Voordat ik de lichten van de boom ontsteek,” aldus de paus, “wil ik drie wensen uitspreken. Deze kerstboom is gemaakt op de hellingen van de Berg Ingino. Op de top van deze berg staat de basiliek van de patroonheilige van Gubbio, de heilige Ubaldo. Als we ernaar kijken richten onze ogen zich naar boven, naar de hemel, naar de wereld van God.”

1. "Mijn eerste wens is, dat onze blik, die van onze gedachten en onze harten, niet alleen berust in de horizon van deze wereld en haar materiële zaken."

Mijn eerste wens is daarom, dat onze blik, die van onze gedachten en onze harten, niet alleen berust in de horizon van deze wereld en haar materiële zaken, maar dat het in zekere zin als de richting van deze boom, gericht wordt op God. God vergeet ons nooit, maar Hij vraagt ook dat wij Hem niet vergeten.”

“Het Evangelie vertelt dat op de heilige nacht van Christus’ geboorte, de herders in een licht werden gehuld, waarmee hen een grote vreugde werd aangekondigd: de geboorte van Jezus, degene die ons licht brengt, of beter, degene die het ware Licht is dat ons allen verlicht. De grote boom die ik dadelijk zal ontsteken kijkt uit over de stad Gubbio en zal de duisternis van de nacht verlichten als het wordt ontstoken.

2. "Mijn tweede wens is, dat we ons herinneren dat ook wij een licht nodig hebben om het pad van ons leven te verlichten en hoop te geven."

Mijn tweede wens is, dat we ons herinneren dat ook wij een licht nodig hebben om het pad van ons leven te verlichten en hoop te geven, in het bijzonder in deze tijd waarin we zozeer de last voelen van de moeilijkheden, de problemen, het lijden en het erop lijkt dat we omhuld worden door een sluier van duisternis. Maar welk licht kan ons hart werkelijk verlichten en ons voorzien van een krachtige en zekere hoop? Het is het Kind in de arme en nederige kribbe dat wij tijdens Kerstmis overwegen, want Hij is de Heer die ons dichter bij elkaar brengt en vraagt dat we Hem opnieuw ontvangen in ons leven, ons vraagt naar Hem te verlangen, op Hem te vertrouwen, Zijn aanwezigheid te voelen, dat Hij ons vergezelt, ons ondersteunt en helpt.”

3. "Mijn laatste wens is dat een ieder van ons iets bijdraagt van dat licht in onze leefomgeving."

“Maar deze grote boom is samengesteld uit vele lichten. Mijn laatste wens is dat een ieder van ons iets bijdraagt van dat licht in onze leefomgeving: in onze gezinnen, ons beroep, onze buurten, dorpen en steden. Dat een ieder van ons het licht moge zijn voor degenen die naast ons staan; dat we ons egoïsme opzij zetten, dat maar al te vaak onze harten sluit en ons alleen aan onszelf laat denken; dat we meer aandacht mogen hebben voor de anderen, dat we hen meer lief mogen hebben. Elk klein gebaar van goedheid is als een van deze lichten van deze grote boom: samen met andere lichten verlicht het de duisternis van de nacht, zelfs die van de donkerste nacht.”