Een gezin van kunstenaars

Getuigenis van de Mexicaanse schilderes Martha die haar liefde voor het schilderen gecombineerd heeft met het onderricht van de heilige Jozefmaria Escrivá.

Martha Orozco en haar gezin

Vijftig jaren schilderen zijn snel voorbij, evenals het leven ... In deze periode schilderde Martha meer dan zeshonderd portretten.

Ik werd geboren in Mexico Stad in een gezin met een artistieke traditie. Ik had talent voor schilderen en dankzij mijn ouders kon ik lessen nemen bij twee grote kunstenaars: Matilde Orellana en José Bardasano.

In 1955 trouwde ik met José. Kort daarna, openbaarde zich bij mijn man een hartaandoening, waardoor hij beetje-bij-beetje zijn bezigheden moest beperken en ik de zorg voor mijn man moest combineren met het beroepsmatig schilderen. We kregen zeven kinderen: Pepe, Martita, Norma, Ana Laura, Mónica, Patricia en Lydia.

In deze moeilijke periode, in de jaren 70, leerde ik het Opus Dei kennen. Sindsdien verlicht het onderricht van de stichter – nu de heilige Jozefmaria – mijn leven en dat van mijn hele gezin.

Ik heb altijd een schildersatelier aan huis gehad, wat mij in staat stelde om bij de mijn gezin te zijn en om tegelijkertijd portretten te schilderen. In die ruimte konden zij bladeren in kunstboeken, knippen, modelleren, creëren… In zo’n hartelijke sfeer – met voldoende licht, orde, netheid en een uitgesproken respect voor de persoonlijke vrijheid –, groeiden mijn kinderenop. Het talent en de deugden ontwikkelden er zich. Ze leerden om het gewone werk te heiligen, om het met een zo groot mogelijke perfectie te doen, zodat het aan God kan worden aangeboden.

Detail van een tekening van de heilige Jozefmaria

Ik ben lid van de American Society of Portrait Artists en van de Sociedad Mexicana de Acuarelistas . Bovendien heb ik verschillende belangrijke diploma’s gekregen en prijzen gewonnen. Toch is het mijn grootste vreugde te zien dat mijn zeven kinderen een onberispelijk leven leiden in de ogen van God.

Vier van mijn kinderen zijn, net zoals ik, surnumerair van het Opus Dei, de anderen zijn medewerkers van het Werk en, vanzelfsprekend, van de hele Kerk. Allen hanteren het penseel min of meer met meesterschap. Ze proberen hun kinderen – mijn achttien kleinkinderen – de liefde voor de schoonheid en het zoeken naar de waarheid bij te brengen.