In aanwezigheid van de acht kinderen van het echtpaar, zei kardinaal Rouco dat de Alvira’s een “twintigste-eeuws voorbeeld zijn van de noodzaak om getuigenis te geven van de evangelisatie van het gezin.” Hij herinnerde de toehoorders aan de nadruk die Johannes Paulus II legde op een van de belangrijkste doelen voor het nieuwe millennium, om de heiligheid van christelijke echtparen te accentueren toen hij zei dat de “getuigenis van christelijke gezinnen uiterst belangrijk is.”
Tomas Alvira werd in 1947 lid van het Opus Dei en Paquita Dominguez in 1952. Tomas Alvira was hoogleraar aan een Spaanse universiteit, zijn vouw Paquita was docente aan een middelbare school.
Trouw aan de geest van het Opus Dei, gaven zij aan hun kinderen en vele andere mensen het voorbeeld van een christelijk leven door hun “vreedzaam, licht en blij thuis”, zoals de heilige Jozefmaria hen leerde.
De postulator van het proces, Jose Carlos Martin de la Hoz, legde uit dat “de Kerk ons nu vraagt aan te tonen dat hun leven in de prelatuur van het Opus Dei gedurende de vele jaren echt heldhaftig was.” Een tribunaal is ingesteld om de bewijzen te verzamelen die nodig zijn “om te bepalen of dit echtpaar kan worden beschouwd als een voorbeeld en voorsprekers voor alle christenen,” aldus Martin de la Hoz.
Tot op heden zijn slechts twee echtparen zalig verklaard: Ludovico en Maria Beltrame Quattrocchi (2001) en de ouders van de heilige Teresia van het Kind Jezus (Teresia van Lisieux) Louis Martin en Zelie Guerin (2008). In antwoord op de aanmoediging van Johannes Paulus II zijn op dit moment verschillende bisdommen processen gestart, waaronder twee in Spanje en een in Mexico.
Deze gebeurtenis markeert een nieuwe fase die volgt op het diocesane deel van het heiligverklaringsproces, dat startte op 14 februari 2008. De Madrileense kardinaal tekende toen een decreet over de faam van heiligheid en de gunsten die zijn verleend op voorspraak van de Alvira’s.
Na verloop van tijd zullen de resultaten van het onderzoek in Madrid worden overgedragen aan de Congregatie voor de Heiligverklaringen in Rome. Deze congregatie bepaalt uiteindelijk of er voldoende bewijzen zijn vergaard om deze Dienaren Gods zalig te verklaren.