Mijn glas is half vol!

Mark Pickup is een man verlamd aan drie ledematen en lijdend aan multiple sclerose in een ver gevorderd stadium. Hij is ook columnist voor de Western Catholic Reporter in het Canadese Edmonton. Hij vertelt over zijn ontdekkingstocht naar het Opus Dei.

Ik sprak telefonisch met een Amerikaanse auteur en bio-ethicus Wesley Smith. Tijdens ons gesprek vroeg hij mij op een gegeven moment of ik ooit had overwogen om lid te worden van het Opus Dei. Om eerlijk te zijn, had ik ooit met het idee gespeeld. Ik ontvang al twee jaar hun elektronische nieuwsbrief.

Op de website van het Opus Dei staat: “Het Opus Dei is een instelling van de Rooms-katholieke Kerk, gesticht door de heilige Jozefmaria Escrivá. Taak van het Opus Dei is het verspreiden van de boodschap dat men door het werk en in de gewone omstandigheden van het leven God kan ontmoeten, de naaste kan dienen en de samenleving kan verbeteren.”

Negatieve publiciteit

Dit klonk goed, dus besloot ik deel te nemen aan een bijeenkomst georganiseerd door leden van het Opus Dei. Ik wist niet wat ik kon verwachten. Ik aarzelde vanwege de recente negatieve publiciteit over deze organisatie. We leven in een tijd waarin de Rooms-katholieke Kerk in toenemende mate wordt aangevallen – gevoed door vijandige, bevooroordeelde seculiere media – dus besloot ik om het Opus Dei het voordeel van de twijfel te geven. Een goede beslissing ontdekte ik al snel daarna. De negatieve publiciteit is ongefundeerd.

In de kerk waar de Opus Dei bijeenkomst werd gehouden, waren een aantal mensen in stilte in gebed verzonken voor het Allerheiligste Sacrament. Er waren geen sinistere monniken (albino of zo) die zich ophielden in het duister. Dat was de dweepzieke fictieve figuur uit De Da Vinci Code van Dan Brown.

Tijd goed besteden

Een priester gaf een half uur durende meditatie. Hij sprak over tijd: het verschil tussen verspilde tijd en goed bestede tijd door God te dienen, onze gezinnen en gemeenschappen. Het was een goed verhaal. Ik kon het voor mijzelf goed plaatsen, omdat ik maar al te vaak schuldig heb gemaakt aan luiheid, verspilde tijd die ik goed ten dienste van God en mijn naasten had kunnen besteden.

Na de meditatie was er voor belangstellende deelnemers een gelegenheid om te biechten.

Ik ben in staat geweest om anderen ten dienste te staan die ook geconfronteerd worden met de gebreken van een chronische ziekte.

In een naast de kapel gelegen kamer, gaf een lid van het Opus Dei verrassende inzichten over het gebed. Ook zijn overweging sprak me direct aan. Ik moet mijn gebedsleven systematisch ordenen. Vaak heb ik echt gebed verwaarloosd door de voorkeur te geven aan frivole bezigheden die niets bijdragen aan mijn innerlijk leven.

Daarna gingen we terug naar de kapel voor een meditatie voor het Allerheiligste Sacrament en een afsluitende overweging door de priester als raadgeving voor de aanwezigen op hun christelijke levenswandel.

Ik denk erover om lid te worden van het Opus Dei. Toegegeven, ik ben door multiple sclerose al jaren niet meer in staat geweest om te werken. Maar de omstandigheden in mijn dagelijkse leven – veroordeeld tot een rolstoel en geplaagd door de uitputting door een progressieve chronische ziekte – blijken een vruchtbare bodem te zijn om dichter tot God toe te groeien. Al tijdens mijn meer dan twintig jaar durende weg van invaliditeit, ben ik in staat geweest om anderen ten dienste te staan die ook geconfronteerd worden met de gebreken van een chronische ziekte.

Ondanks de beperkingen die ik heb, hoop ik de samenleving te kunnen dienen. Misschien dat deze dienstbaarheid aan de maatschappij de vorm krijgt van een getuige te zijn voor de onschendbare waardigheid van al het menselijke leven, zelfs een imperfect menselijk leven, zoals dat van mij.

Waardevolle aanwezigheid

Kunnen de gehandicapten en chronisch zieken een waardevolle bijdrage leveren aan onze gezinnen, onze gemeenschappen en de maatschappij als geheel? Ja, ik weet dat wij dat kunnen. Wij leven geen onwaardig leven, zoals sommigen door hun woorden en daden beweren. Wij kunnen bijdragen aan de menselijke samenleving, zelfs al was het maar door onze aanwezigheid.

Wij kunnen de samenleving uitdagen om diegenen in te sluiten die moeilijk in te sluiten zijn of degenen die ongemak veroorzaken in een ontwikkeld of beschaafd gezelschap. Wij roepen anderen rondom ons op tot een hogere graad van liefde en vriendschap.

We kunnen ook aan de poort rammelen van de heersende krachten in de maatschappij om toegang en redelijke voorzieningen te eisen, zodat we onze rechtmatige plek in de wereld krijgen.

Wij zijn het waard

Als de gehandicapten en ongeneeslijk zieken de wanhoop nabij zijn, dan hebben we mensen nodig die ons opbeuren als onmisbare leden van de maatschappij en waardig om te leven. We willen niet in de steek gelaten worden door een utilitaristische maatschappij, die gretig instemt om te helpen met onze zelfmoord of euthanasie op degenen die niet kunnen communiceren om zichzelf te kunnen verdedigen.

In tegenstelling tot wat de bio-ethiek ook moge propageren, is onze rechtmatige plek in de wereld niet het graf of een crematorium. Dat heeft niets te maken met insluiting in de gemeenschap. Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn wegen om mensen te vertellen dat hun levens onwaardig zijn om te leven.

Iemand zoals ik, wordt in toenemende mate gezien als last voor de maatschappij. Ik heb een organisatie als het Opus Dei nodig om me te bemoedigen en mij te begeleiden om de omstandigheden in mijn dagelijks leven te gebruiken om “dichter tot God toe te groeien, om anderen te helpen en om de samenleving te verbeteren.”

Mark Pickup // Western Catholic Reporter, September 17, 2007