Brief van de prelaat (juni 2008)

“Kennen, ervaren, beleven, getuigen: in deze vier woorden kan de beantwoording van de christenen aan de liefde van God worden samengevat”. De omgang met God, een God met een vaderhart, staat centraal in deze brief van de prelaat van het Opus Dei.

Geliefden: moge Jezus mijn dochters en zonen behoeden!

Nu ik jullie aan het begin van deze maand schrijf, bemerk ik de noodzaak God opnieuw voor al Zijn gaven te danken. Het hoogfeest van Sacramentsdag, aan de vooravond waarvan ik zesendertig diakens van de prelatuur van het Opus Dei tot priester heb mogen wijden; het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus, twee dagen geleden; en gisteren, zaterdag, het feest van het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth vormen uitnodigingen om onze dankbaarheid jegens onze Verlosser te vergroten. Uit Zíjn Hart, aan het kruis geopend, stromen ons alle goede gaven toe. Onze dank is ook gericht tot de allerheiligste Maagd, schitterend en vruchtbaar kanaal, –zoals de heilige Jozefmaria het altijd uitdrukte– waardoor ons alle genaden uit de hemel bereiken. Ik neem mijn toevlucht tot haar Onbevlekt Hart –gisteren was het liturgische feest, hoewel het dit jaar niet gevierd wordt– en smeek haar ons net zo fijngevoelig te maken als Zij zodat wij leren dag in, dag uit meer en beter met de drie Goddelijke Personen om te gaan. Hoe richt jij je tot God de Vader, God de Zoon, God de heilige Geest afzonderlijk?

Haurietis aquas in gaudio de fontibus salutis  [Jes. 12, 3], jullie zullen vol vreugde water putten uit de bronnen van het heil. Deze woorden van de profeet Jesaja vormen de naam van de encycliek waarmee paus Pius XII heeft herdacht dat het honderd jaar geleden was dat het feest van het Heilig Hart van Jezus over de hele wereldkerk werd verbreid. Dit document in herinnering roepend, schrijft Benedictus XVI dat de doorstoken zijde van de Verlosser de bron is waarheen wij door de encycliek Haurietis aquas uitgenodigd worden: wij moeten tot deze bron onze toevlucht nemen om de ware kennis van Jezus Christus te bereiken en Zijn liefde dieper te ervaren. [Benedictus XVI, brief naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de encycliek “Haurietis aquas”, 15-5-2006]

Ik ben er getuige van geweest hoe de heilige Jozefmaria altijd een heel grote devotie tot het Heilig Hart van Jezus koesterde. Van kindsbeen af was die in zijn ziel gegrift en in de loop der jaren wortelde deze steeds dieper in zijn innerlijk leven en in zijn godsdienstige vorming. Op een moment van moeilijkheden in het leven van de Kerk –en ook van dit stukje, het Werk– heeft hij het Opus Dei aan het allerheiligst Hart van de Verlosser toegewijd. Later, toen men in bepaalde milieus deze krachtige devotie minachtte, heeft hij haar met een hartstochtelijke liefde en theologische diepgang verdedigd, zoals duidelijk blijkt in een van de homilieën die in Als Christus nu langskomt  [vgl. Heilige Jozefmaria, Homilie “Het Hart van Christus, vrede van de christenen”, 17-6-1966, in Als Christus nu langskomt, nn. 162 e.v.] zijn opgenomen. Hij klampte zich vast aan de barmhartigheid van dit Hart en zo –ondanks alle moeilijkheden die de kop opstaken– handelde hij altijd met de vrede en vreugde die de wereld niet kan geven. [vgl. Joh. 14, 27]

Hij overwoog de enorme rijkdom die besloten ligt in deze woorden: Heilig Hart van Jezus. Wanneer wij het over het menselijk hart hebben–prentte hij ons in– dan denken we niet alleen aan de gevoelens, maar aan de gehele persoon die bemint, die liefheeft en met anderen omgaat. Dat bedoelen de mensen, als zij spreken over het hart. Dat bedoelt ook de heilige Schrift, als zij ons de goddelijke dingen voorhoudt. Op deze manier wordt het hart beschouwd als de samenvatting en de bron, de uiting en de uiteindelijke grond van gedach­ten, woorden en handelingen.[H. Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 164]

Deus caritas est [1 Joh. 4, 8], God is Liefde. Uit Zijn oneindige liefde heeft God de Vader Zijn eniggeboren Zoon naar de wereld gezonden, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. [Joh. 3, 16] Uit een even oneindige liefde is Jezus Christus in de schoot van de Maagd Maria mensgeworden, heeft Hij in een verborgen uithoek van onze aarde geleefd, heeft Hij gewerkt zoals wij, leed en vreugde gekend zoals wij, en is Hij tenslotte gestorven op het hout van het kruis door vrijwillig Zijn leven te offeren om ons van onze zonden te bevrijden. Door deze liefde heeft Hij ons Zijn Moeder tot onze Moeder gegeven, toen Hij op Golgota in doodsstrijd verkeerde. Na Zijn Verrijzenis en Hemelvaart, heeft Hij ons uit liefde, in vereniging met de Vader, de heilige Geest gezonden; en bovendien is Hij bij ons gebleven in het allerheiligst Sacrament van de Eucharistie: met Zijn lichaam en Zijn bloed, met Zijn ziel en Zijn Godheid, tot levensbrood geworden, voedsel voor onze ziel en voor ons lichaam, onderpand van en zaad voor de glorievolle verrijzenis die ook ons wacht. De Vertrooster, de Liefde tussen de Vader en de Zoon, leert ons door de inwerking van Zijn genade voortdurend de weg naar de heiligheid.

De devotie tot het Hart van Jezus biedt ons de dringende uitnodiging de centrale mysteries van ons geloof vol dankbaarheid te overwegen: we zien daarin de zekerheid van de liefde van God en de werkelijkheid van zijn overgave voor ons. En wanneer wij de devotie tot dat Allerheiligst Hart aanbevelen, dan bevelen wij aan dat we ons geheel moeten richten, met alles wat we zijn –onze ziel, onze gevoelens, onze gedachten, onze woorden en onze handelingen, onze werken en onze vreugden– op Jezus in zijn totaliteit. De echte devotie tot het Hart van Jezus vindt zijn concrete vorm hierin, dat het kennen van God en van onszelf wordt verwezenlijkt doordat wij naar Jezus opzien en naar Hem toegaan: naar Jezus die ons aanmoedigt, ons onderricht en ons leidt. Alleen iemand die zelf te weinig mens is om oog te krijgen voor wat het zeggen wil dat God mensgeworden is, kan de devotie tot het Hart van Jezus oppervlakkig vinden. [H. Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 164] Onderzoeken wij ons graag op dit punt, spiegelen wij ons dagelijks aan de Heer?

De verering van het Heilig Hart is het antwoord van de Kerk op de oneindige liefde van de allerheiligste Drie-eenheid jegens haar schepselen. De Paus legt uit dat deze eredienst de inhoud is van de gehele werkelijke spiritualiteit van de christen en tegelijkertijd van de christelijke devotie. Het is bijgevolg belangrijk te onderstrepen dat het fundament van deze devotie net zo oud is als het christendom. [Benedictus XVI, brief naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de encycliek “Haurietis aquas”, 15-5-2006] Daarom nodigt hij de katholieken uit zich open te stellen voor het mysterie van God en voor Zijn liefde, om zich door Hem te laten omvormen. [Benedictus XVI, brief naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de encycliek “Haurietis aquas”, 15-5-2006.]En hij stelt ons voor,onze toevlucht tot deze bron te nemen om de ware kennis over Jezus Christus te verkrijgen en Zijn liefde diepgaander te ervaren. Zo zullen wij beter begrijpen wat het betekent, in Jezus Christus de liefde van God te kennen, die te ervaren door onze blik op Hem gericht te houden, totdat wij de ervaring van deze liefde beleven, om er voor de anderen van te getuigen. [Benedictus XVI, brief naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de encycliek “Haurietis aquas”, 15-5-2006]

Kennen, ervaren, beleven, getuigen: in deze vier woorden kan de beantwoording van de christenen aan de liefde van God worden samengevat. Ze doen me denken aan die andere etappes van het christelijk leven, waar de heilige Jozefmaria vanaf het begin van zijn stichtingsopdracht op heeft gewezen en die hij onvermoeibaar heeft aanbevolen. In deze poging zich met Christus te vereenzelvigen heb ik altijd vier trappen onderscheiden: Hem zoeken; Hem vinden; met Hem omgaan; Hem beminnen. U zult misschien denken dat u nog in de eerste fase bent. Zoek Hem vol honger, zoek Hem uit alle macht in uzelf. Als u met die inzet aan de slag bent gegaan, durf ik u te verzekeren dat u Hem al ontmoet hebt en dat u al begonnen bent met Hem om te gaan en Hem te beminnen en dat u uw gesprek in de hemel voert (vgl. Phil. 3, 20). [H. Jozefmaria, Vrienden van God, nr. 300]

Laten wij Christus dus dag in, dag uit zoeken, hongerend en dorstend naar Zijn gezelschap: zoals het hert dat reikt naar waar het water stroomt, zó in verlangen reikt mijn ziel naar U, o God. [Ps. 42, 2] Laten we daarvoor de christelijke vroomheidoefeningen goed verzorgen waarmee wij al onze dagen trachten te doorweven, vooral de heilige Mis en zowel het mentale als het mondelinge gebed. Laten we de voorspraak van onze Moeder de allerheiligste Maagd Maria afsmeken, van de engelbewaarders en van de heiligen die God reeds genieten. Laten we met kracht onze toevlucht nemen tot de heilige Jozefmaria die ons –onszelf en zo vele duizenden mensen– met zijn woord en voorbeeld heeft geleerd hoe wij in het gewone leven vertrouwvol met God om kunnen gaan.

Deze volhardende inspanning om omgang te hebben met Onze Lieve Heer –ook als wij ons dor en zonder zin voelen– zal ons ertoe brengen Zijn aanwezigheid dicht bij ons te ervaren. Het moge duidelijk zijn dat ik het hier niet over iets zintuiglijks heb, maar veeleer over de zekerheid –geboren uit het geloof dat door de heilige Geest in de ziel is ingestort– dat wij, door de genade, werkelijk een levende tempel van de allerheiligste Drie-eenheid zijn; dat wij –zoals de heilige Paulus ontelbare keren schrijft– in Christus Jezus bestaan. En zo geworteld en gegrondvest in de liefde, moge gij in staat zijn met alle heiligen te vatten, wat de breedte en de lengte, de hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat. Moogt gij de volheid bereiken die de volheid van God zelf is. [Ef. 42, 2]

De Paus zegt dat ondervinding en kennis niet van elkaar gescheiden kunnen worden: ze zijn nauw met elkaar verbonden. Overigens is het goed, op te merken dat een ware kennis van Gods liefde alleen mogelijk is in de context van een houding van nederig gebed en edelmoedige beschikbaarheid. [Benedictus XVI, brief naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de encycliek “Haurietis aquas”, 15-5-2006] Op deze manier zullen we uit Christus gaan leven; dat wil zeggen, alle bezigheden en ogenblikken op Hem betrekken, alles doen met het enige doel Hem te behagen, ons te ontledigen opdat de Heer in ons kan wonen; dat is de geloofservaring van sint Paulus wanneer hij schrijft: Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij. Voor zover ik nu leef in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij. [Gal. 2, 20] Met hoe veel kracht heeft de heilige Jozefmaria deze geïnspireerde woorden herhaald! Als wij Hem trouw zijn herhaalt het leven van Jezus zich op de een of andere manier in ieder van ons, zowel innerlijk –in het proces van heilig worden– als uiterlijk in ons hele doen en laten. [H. Jozefmaria, De Smidse, nr. 418]En bij een andere gelegenheid: Je keek me heel ernstig aan..., maar tenslotte begreep je me toen ik zei: “Ik wil dat het leven van Christus wordt weerspiegeld in de kinderen van God. Dat wil ik bereiken door zijn leven te beschouwen, zodat ik kan handelen zoals hij deed en alleen maar over Hem kan spreken”.[ H. Jozefmaria, De Smidse, nr. 886]

 

Als we ons alle dagen inspannen om in Christus te blijven en ons met Christus te voeden, zal ons geloof noodzakelijkerwijze vertaald worden in apostolaat: wij zullen van de Heer getuigen met onze handelingen en woorden, met ons hele bestaan; en veel mensen zullen zich door Jezus aangetrokken voelen, ondanks –of beter gezegd, door– onze persoonlijke strijd, met de overwinningen en nederlagen die wij in overwinningen zullen kunnen veranderen als wij vol berouw onze toevlucht nemen tot de goddelijke barmhartigheid om opnieuw te beginnen. Als wij God beminnen, deemoedig zijn en vechten, dan zullen dergelijke nederlagen nooit ernstig zijn. Wij zullen dan ook standhouden in de strijd, grote overwinningen behalen in de ogen van God. De mislukkingen vallen weg als men met een zuivere intentie werkt, als men werkt met het verlangen Gods wil te vervullen, en altijd rekening houdt met zijn genade en onze nietigheid.[H. Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 76]. Wat voor dagelijkse ijver voor het apostolaat is er in onze dag?

Laten we de omgang met Jezus Christus met een edelmoedige strijd onderhouden en Hem veel zielen trachten te brengen. Laten we onze toevlucht nemen tot de voorspraak die bij de Heer zo’n kracht heeft, van de heilige Jozefmaria en vanaf nu al zijn feest op 26 juni voorbereiden. Laten we onze stichter bij veel mensen bekend maken door hun zijn voorbeeld en onderrichtingen voor te houden.

Twee weken geleden ben ik naar Barcelona geweest en voordat ik terugging heb ik in de basiliek van Onze Lieve Vrouw tot vrijkoping van de slaven gebeden, door jullie allen vergezeld. Daar heb ik de heilige Maagd gevraagd dat elk van ons zich de woorden van sint Petrus eigen moge maken die onze Vader voor zijn eerste reis naar Rome, toen hij de universele juridische weg voor het Opus Dei ging openen, in deze stad heeft overwogen: ecce nos reliquimus omnia et secuti sumus te; [Mt. 19, 27], zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen. Deze zin is in het Evangelie opgenomen opdat wij christenen hem in ons gedrag ten uitvoer brengen en hem ten gehore van onze vrienden brengen, want men kan geen twee heren dienen. [vgl. Mt. 6, 24] Het was heel goed bidden daar voor het beeld van Onze Lieve Vrouw van de vrijkoping, met heel het Werk, zoals de heilige Jozefmaria in 1946 en op andere momenten heeft gedaan.

Alvorens te eindigen, wens ik jullie eraan te herinneren dat de negenentwintigste aaanstaande, hoogfeest van sint Petrus en Paulus, het paulinisch jaar begint dat Benedictus XVI heeft uitgeroepen om te herdenken dat het tweeduizend jaar geleden is dat de apostel der heidenen is geboren. Om de aanwijzingen van de Paus voor de viering van deze tweeduizendste verjaardag te steunen, stel ik jullie voor het leven en werk van deze grote apostel, patroon van het Werk, beter te leren kennen door diepgaand de Handelingen van de apostelen en de geschriften van Paulus te lezen en te overwegen. Sint Paulus is voor alle christenen een geweldig voorbeeld van liefde tot Christus, van trouw aan de roeping, van vurige ijver voor de zielen. Laten wij in het bijzonder de geestelijke en apostolische vruchten van dit jaar dat speciaal aan hem is toegewijd, bij hem aanbevelen.

Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader

 + Javier

Rome, 1 juni 2008.